Aruba: grootste onontgonnen olieveld ter wereld?
In dit artikel:
Bill Armstrong, de Amerikaanse olie-ondernemer achter grote ontdekkingen in Alaska, richt zijn pijlen op de Cariben. Vorig jaar tekende zijn bedrijf Armstrong Oil & Gas een productie- en exploratieovereenkomst met de nationale oliemaatschappij van Aruba. Tijdens de EnerCom-conferentie in Denver noemde Armstrong het offshore-prospect bij Aruba “het grootste onontgonnen veld dat ik ooit heb gezien.”
Volgens hem beslaat de onderzeese structuur zo’n 200.000 acres met een afsluiting van circa 600 meter; hij vergelijkt de geologie met Ekofisk en stelt dat het Arubaproject tot vijftien keer groter zou kunnen zijn. Eerder boorde Repsol er een proefput (ongeveer acht jaar geleden) die wel oliesporen aantrof maar geen commercieel veld omdat die put buiten het belangrijkste bekken lag.
Armstrong Oil & Gas profileert zich als wildcatter — een risicovolle ontdekkingsspeler — en claimt succes met grote vondsten, waaronder het Pikka-veld in Alaska (2013). De mogelijke omvang van het Aruba- prospect heeft grote internationale interesse gewekt; ExxonMobil, TotalEnergies, BP, Eni, Repsol en Occidental hebben recent contact gezocht over samenwerking.
Voor Aruba zou een succesvolle boring ingrijpende economische gevolgen kunnen hebben: sinds de raffinaderijsluiting in 2012 is het eiland afhankelijk van geïmporteerde brandstof. Tegelijk roept verdere ontwikkeling vragen op over milieu-impact, duurzaamheid en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in een tijd van energietransitie.