Het 'laadje' van Ontvanger Alfonso Trona
In dit artikel:
Een recent uitgelekte geluidsopname tussen minister van Financiën Javier Silvania en hoofd van de Belastingdienst Alfonso de Jesús Trona biedt een zeldzame inkijk in de manier waarop belastingzaken op Curaçao worden behandeld. De opname legt niet alleen een persoonlijke ruzie bloot, maar bevestigt ook patronen die auditors van overheidsaccountant SOAB al jaren signaleren: een dubbel systeem binnen de Belastingdienst waarbij invloedrijke personen via een achterdeur – in het publieke debat al gauw het “laadje van Trona” genoemd – voorkeursbehandeling krijgen.
SOAB-rapporten tonen dat Trona en zijn directe werkwijze dossiers van hooggeplaatsten persoonlijk selecteerden en afhandelden, vaak via telefoon of WhatsApp, zonder vastgestelde criteria, dossiers of wettelijke basis. Sinds 2018 zijn op die manier ruim 5,3 miljoen gulden aan vooruitbetalingen uitgekeerd aan ambtenaren, topfunctionarissen en oud-politici; in veel gevallen was er niet eens een aangifte gedaan. Trona gaf opdrachten, hield zelf de administratie bij en zette daarmee de interne controle buitenspel.
Minister Silvania stuurde de SOAB-rapporten begin dit jaar naar het parlement, maar er volgde geen strafrechtelijk spoor. Ook het College financieel toezicht in Den Haag heeft de problematiek gesignaleerd; concrete vervolgmaatregelen of politieke druk uit Nederland ontbreken echter. De landsrecherche trad niet op, wat volgens het artikel mede te verklaren is doordat de betrokken namen behoren tot de machtigste kringen op het eiland, die Trona bescherming zouden hebben geboden.
In de opname beschuldigt Silvania Trona van corruptie. Trona reageert door te zeggen dat hij bewijzen bezit — in zijn lade — waaruit zou blijken wie werkelijk corrupt is. Die reactie illustreert hoe het “laadje” fungeert als machtsmiddel en waarborg voor diegenen die ervan profiteren. Critici stellen dat als Silvania werkelijk had willen ingrijpen, hij de SOAB-uitkomsten direct aan het Openbaar Ministerie had moeten overdragen in plaats van ze alleen te publiceren. De zaak benadrukt de langdurige problemen met vriendjespolitiek, dubbele standaarden en institutionele zwakte op Curaçao, en roept de vraag op wie nog durft te kijken in dat laadje.