Koloniale erfenis zorgt nog altijd voor juridische strijd om grond
In dit artikel:
Een recente analyse van meer dan 75 gerechtelijke uitspraken over zogeheten ‘oude boedels’ laat zien dat bewoners op de zes Caribische eilanden van het Koninkrijk niet automatisch eigenaar worden van lang gebruikt maar ongeregistreerd land. Het onderzoek, toegelicht door emeritus prof. mr. Jan de Boer, toont dat de staat steeds vaker een beroep doet op het domeinbeginsel: percelen zonder geregistreerde eigenaar kunnen als overheidseigendom worden aangemerkt, waarbij de bewijslast bij de gebruiker ligt.
Tegelijk biedt artikel 3:200a van het Burgerlijk Wetboek (BW BES) rechters een sociaal instrument om eigendom toe te kennen aan langdurige gebruikers. Voor toewijzing moeten aanvragers doorgaans op het eiland wonen, het perceel zelf bewonen of ontwikkelen en een concreet ontwikkelingsplan overleggen. Er geldt een scherp verbod op speculatie: toegekende grond moet voor eigen gebruik blijven en kan onder voorwaarden — zoals een verkoopverbod voor enkele jaren — worden vervreemd. In de praktijk gaat het vaak om kleinere erven (ongeveer tot duizend vierkante meter) waar bewoners willen bouwen of verbeteren.
De regeling heeft diepe historische wortels: koloniale landtoekenningen en nalatenschappen leidden ertoe dat grote delen nooit formeel zijn verdeeld of ingeschreven — soms belandden terreinen bij nazaten of voormalige tot slaaf gemaakten zonder eigendomsakte. Die onduidelijkheid belemmert onder meer hypotheekverlening, infrastructuurontwikkeling en rechtszekerheid. De Boer ontwikkelde het instrument om zulke eeuwenoude onverdeelde nalatenschappen financieel en juridisch af te wikkelen en tegelijk grondspeculatie tegen te gaan.
Hoewel de recente analyse zich richt op de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius, Saba), bestaan vergelijkbare bepalingen ook in de wetboeken van Curaçao, Sint Maarten en Aruba; de regeling werd al in 2007 voor de voormalige Nederlandse Antillen ingevoerd en in 2021 op Aruba aangepast. De uniforme nummering van wetboeken binnen het Koninkrijk maakt het eenvoudiger voor juristen dezelfde artikelen te hanteren, terwijl de Caribische aanvullingen specifieke eilandelijke omstandigheden adresseren. Kortom: de combinatie van het domeinbeginsel en artikel 3:200a creëert een juridische balans tussen staatsgezag en sociale rechtvaardigheid, maar alleen onder strikte voorwaarden voor lokale gebruikers.