Koningspaar noemt staatsbezoek Suriname 'bijzonder': historische band gaf extra lading
In dit artikel:
Koning Willem-Alexander en koningin Máxima sloten een driedaags staatsbezoek aan Suriname af dat volgens hen door de gedeelde geschiedenis tussen beide landen extra betekenis had. Het was het eerste staatsbezoek aan Suriname in 47 jaar; Nederland en Suriname delen bijna vierhonderd jaar historische banden, onder meer via kolonisatie en slavernij.
Het bezoek past in de fase die de koning omschrijft als de periode na de excuses voor het Nederlandse slavernijverleden — eerst uitgesproken door voormalig premier Mark Rutte in 2022 en later herhaald door de koning zelf in 2023. Tijdens het bezoek vroeg Willem-Alexander opnieuw vergiffenis voor het falen van voorgaande generaties; die vergeving werd door verschillende nazaten van tot slaaf gemaakten en inheemse vertegenwoordigers aan hem gegeven.
Op de laatste dag maakten het koningspaar een vaartocht over de Suriname- en Commewijnerivier en bezochten zij het vroegere plantagedorp Johanna Margaretha en de historische koffie- en cacaoplantage Frederiksdorp, waar zij met bewoners spraken. Willem-Alexander zei dat drie dagen te kort waren om Suriname goed te leren kennen en gaf aan graag terug te keren — bij voorkeur met hun kinderen — om ook de jungle en de bovenloop van de Surinamerivier te verkennen.
Máxima voegde toe dat ze hopen dat hun oudste dochter, prinses Amalia, in de toekomst eens met een uitgaand staatsbezoek mee kan, mits dat zich laat combineren met haar studie en opleiding bij het Defensity College. Tijdens het bezoek hielden de koning en koningin hun dochters op de hoogte, onder meer via telefoontjes en gedeelde foto’s.
Het staatsbezoek markeert zowel een symbolische erkenning van het gezamenlijke verleden als een stap in de voortgaande dialoog tussen Nederland en Suriname over herinnering, verantwoordelijkheid en toekomstig contact.