Nieuwe zeekabel moet digitale kwetsbaarheid Curaçao oplossen
In dit artikel:
Curaçao vraagt de Staten om goedkeuring voor aansluiting op de Arubaanse onderzeekabel CELIA om de digitale infrastructuur van het eiland robuuster en concurrerender te maken. De overheid stelt dat vrijwel alle huidige zeekabels hun technische levensduur naderen en dat bijna alle verbindingen op hetzelfde punt bij Vredenberg aan land komen, wat Curaçao kwetsbaar maakt voor één storend incident (single point of failure). Alleen de PCCS-kabel (2015) is nog relatief jong; de overige systemen zijn uit het begin van deze eeuw.
De nieuwe route via Aruba biedt een fysiek andere landingsplaats en daarmee een alternatieve verbinding naar datacenters en diensten in de Verenigde Staten. Die route is bovendien korter dan sommige bestaande verbindingen, wat latency vermindert — relevant voor cloudservices, financiële platforms en online onderwijs. Op Aruba heeft aanbieder SETAR al afspraken met Orange, Telxius en APUA en door Europese cofinanciering komt er veel meer transmissiecapaciteit beschikbaar dan Aruba zelf nodig heeft; een deel daarvan kan Curaçao afnemen.
Er zijn twee hoofdopties: een volledig eigen vezelpaar tot de VS (in de stukken aangeduid als vrijwel onbeperkte capaciteit en toekomstbestendig) of een gereserveerde bandbreedte tot maximaal 1.000 Gbit/s, die naar verwachting tien tot vijftien jaar volstaat en goedkoper is. Welke keuze gemaakt wordt, beïnvloedt zowel de investering als de strategische positie voor de lange termijn.
Tijd is cruciaal: hoofdaannemers hebben productiecapaciteit al vastgelegd en Curaçao moet voor mei volgend jaar beslissen om nog mee te kunnen liften op de huidige aanbesteding en aanleg. Uitstel betekent dat het eiland later zelfstandig een route moet laten aanleggen tegen flink hogere kosten — de overheid schat dat een eigen traject naar de VS tot driekwart meer kan kosten — en dat gespecialiseerde kabelschepen mondiaal vaak jaren van tevoren volgeboekt zijn, wat extra vertraging kan veroorzaken.
Het project doorbreekt ook de huidige machtspositie van Flow/LLA, dat nu vrijwel alle internationale verbindingen beheert. Een aansluiting op CELIA creëert een separate fysieke lijn waarop meerdere aanbieders capaciteit kunnen inkopen, wat concurrentie en lagere tarieven voor overheidsdiensten, bedrijven en datacenters kan bevorderen. Bonaire wordt genoemd als mogelijke toekomstige koppeling, maar de prioriteit ligt bij directe aansluiting van Curaçao op CELIA.
De voorgeschiedenis toont dat samenwerking tussen de ABC-eilanden al eerder vruchtbaar was (al in de jaren negentig bij de aanleg van de Alonso de Ojeda-kabel). Met dit initiatief wil Curaçao de digitale risico’s verminderen en een fundament leggen voor de komende 20–25 jaar. De uiteindelijke beslissing over haalbaarheid en financiële verantwoording ligt nu bij de Staten.