Regering vraagt Curaçaose Staten om goedkeuring deelname aan onderzeekabel CELIA

In dit artikel:

De regering van Curaçao heeft de Staten formeel verzocht om toestemming te geven dat het Land een borgtochtovereenkomst aangaat om deel te nemen aan het internationale onderzeekabelproject CELIA. Met die garantie zou Curaçao financieel meedoen aan de aanleg van een nieuwe hoogcapaciteits glasvezelkabel die meerdere Caribische eilanden met de Verenigde Staten verbindt.

CELIA (Caribbean ELIte Alliance) is ontworpen voor een capaciteit van minimaal 170 terabit per seconde over ongeveer 3.700 km en moet de verbindingen in de regio aanzienlijk verbeteren: hogere bandbreedte, lagere latentie en grotere betrouwbaarheid. Voor Curaçao betekent dit kansen voor telecom, datadiensten, toerisme en kennisinfrastructuur. Minister van Financiën Charles Cooper meldt dat alle financiële verplichtingen worden opgenomen in de suppletoire begroting van 2025 en de meerjarenbegroting, zodat de Staten hierover besluiten kunnen nemen.

Belangrijke partners zijn onder meer Alcatel Submarine Networks en deelnemende eilanden zoals Aruba, Martinique, Antigua en Puerto Rico. Op Curaçao is het staatsbedrijf Aquatel N.V. betrokken bij de realisatie van het landingstation en de backhaul. De verwachting is dat het systeem rond het derde kwartaal van 2027 operationeel kan zijn. Concreet gaat het subproject CELIA-CETC (Aruba–Martinique–VS) om een investering van circa €32 miljoen; de bijdrage van Aquatel wordt geraamd op ongeveer US$21 miljoen (ongeveer €19–20 miljoen).

De regering benadrukt dat de borgtochtovereenkomst de verplichtingen juridisch vastlegt en onder verantwoordelijkheid van het Land brengt. Tegelijkertijd wijst zij op risico’s: investerings- en onderhoudslasten, voorbereiding van landing en backhaul, milieu-effecten bij kabellanding en de concurrentie met bestaande systemen. De Staten moeten nog beslissen; de regering dringt aan op snelle besluitvorming om niet achter te raken bij andere Caribische eilanden.