Sommige wijken op Curaçao worden 48 graden heet

In dit artikel:

Op Curaçao laten satellietgegevens van 2013–2024 zien dat sommige wijken tijdens de heetste maanden (juli–september) op grondniveau oplopen tot ongeveer 48 °C. Het klimaatproject Feelin’ Hot, gefinancierd door UNESCO, maakte hittekaarten waarmee deze landoppervlaktetemperaturen in kaart zijn gebracht — een meting die afwijkt van de gebruikelijke luchttemperatuurmetingen van de meteorologische dienst.

Projectleider Muskaan Khemani benadrukte dat de kaarten beleidsmakers een objectiever beeld geven voor stadsplanning en klimaataanpassing, vooral omdat gedetailleerde klimaatinformatie voor de Cariben voorheen schaars was. De data tonen niet alleen extreme hitte in dichtbebouwde woonwijken, maar ook in gebieden met vegetatie; dat laatste kan wijzen op plantenstress door droogte.

Praktische gevolgen komen naar voren: veel bewoners in de heetste buurten hebben geen airconditioning, veelal vanwege hoge kosten en de vrees voor forse energierekeningen. Tegelijkertijd neemt het aantal wijken met extreme grondhitte toe, wat implicaties heeft voor gezondheid, levenscomfort en energievoorziening.

Vervolgstappen van het project zijn het toegankelijk maken van de resultaten via visualisaties, educatief materiaal voor scholen en een virtuele workshop voor andere eilanden. Lokale diensten en sectoren bepalen daarna verdere acties. Gebruikers tonen al interesse om de data verder te koppelen aan infrastructuur- en vegetatie-informatie; met GIS-analyse kunnen verbanden worden gelegd met mangroves, zeegras en koraal en zo gerichter adaptatiemaatregelen ondersteunen.

Achtergrond: het gebruik van landoppervlakte-temperaturen uit satellieten is een gangbare methode om stedelijke hittestress zichtbaar te maken. Voor beleidsmakers en gemeenschappen biedt zulke informatie handvatten voor maatregelen zoals meer schaduw, vergroening, koelere bestrating en energiearme verkoelingsoplossingen om gezondheids- en sociale gevolgen te beperken.