Twee mannen terecht voor bootramp met 14 Venezolaanse doden
In dit artikel:
Op de rechtbank in Willemstad staan deze week twee mannen terecht voor een rampzalige overtocht in maart waarbij veertien Venezolanen om het leven kwamen. Het Openbaar Ministerie beschuldigt Enrique H. en Martin J.N. ervan dat zij de stuwende krachten waren achter de reis en bewust mensen in levensgevaar brachten.
Op 4 maart meldde de kustwacht een gekapseisd vaartuig met 24 opvarenden. Tien mensen werden uit het water gehaald; één van hen overleed later in het ziekenhuis. De zaak loopt onder de naam ‘Pesadilla’. Volgens het OM was de boot bedoeld voor maximaal acht personen, maar voer deze zwaar overladen zonder reddingsvesten.
Justitie stelt dat Enrique H. de boot bestuurde en Martin J.N. de overtocht had geregeld. Tijdens de tocht kreeg de motor problemen, waardoor sterke stroming en hoge golven meerdere passagiers overboord sloegen; veertien mensen verdronken. Telefoons en identiteitsdocumenten waren belangrijk bewijsmateriaal in het onderzoek.
Beide verdachten ontkennen dat zij als kapitein of organisator optraden en zeggen zelf passagiers te zijn geweest. Enrique H. geeft toe dat zijn stem voorkomt op audioberichten over vertrektijden en motorstoringen. Getuigen verklaren dat beiden eerder betrokken zouden zijn geweest bij een soortgelijke dodelijke overtocht in 2017; toen ontving Enrique volgens verklaringen 4000 dollar voor het kapiteinschap.
Het OM kwalificeert de zaak als mensensmokkel met opzetlijk gevolgd gevaar: de verdachten zouden geweten hebben dat het vaartuig ongeschikt was en dat er geen reddingsmiddelen aanwezig waren. De officier van justitie eist daarom gevangenisstraffen.
Achtergrond: de zaak past in een bredere dynamiek van riskante zeeovertochten vanuit Venezuela richting Caribische eilanden, waarbij overbeladen boten, gebrekkige uitrusting en smokkelaars vaak leiden tot dodelijke incidenten.