Vaticaanstad: Zetel van de Rooms‑Katholieke Kerk - bezoek aan Basiliek Santa Maria Maggiore en de Trevi‑fontein (2)
In dit artikel:
Anthony Haile beschrijft zijn terugkeer naar Rome tijdens het Jubileumjaar 2025 en concentreert zich op twee iconische plekken: de basiliek Santa Maria Maggiore en de Trevifontein. Hij reisde vroeg en rustig met het openbaar vervoer, op zoek naar devotie en kunst zonder de hectiek van groepsreizen.
Santa Maria Maggiore (op de Esquilijn) is een vijfde-eeuwse basiliek met beroemde mozaïeken uit die tijd, een 12e-eeuwse campanile van ongeveer 75 meter en een 18e‑eeuwse voorgevel en loggia. Volgens de legende verscheen Maria in een visioen waarin zij vroeg een kerk te bouwen op de plek waar het die nacht zou sneeuwen. De basiliek herbergt ook de Sistine Chapel van Santa Maria Maggiore (niet te verwarren met die in het Vaticaan), met late-zestiende-eeuwse fresco’s. De Heilige Deur van deze kerk gaat slechts tijdens Jubeljaren open en heeft, in eenvoudiger vorm dan die van de Sint-Pieter, een sterke symbolische waarde voor vergeving en pelgrimstocht.
Paus Franciscus speelt een centrale rol in Haile’s bezoek: hij bad vaak bij het beeld Salus Populi Romani en bezocht de basiliek regelmatig, ook direct na zijn verkiezing. In zijn testament verzocht hij om een eenvoudige graftombe met alleen de naam “Franciscus”; die wens werd uitgevoerd en op 26 april 2025 vond zijn bijzetting in Santa Maria Maggiore plaats — een uitzonderlijke keuze, de eerste paus sinds 1903 die buiten de Sint-Pieter werd begraven en de eerste in deze basiliek sinds 1669. Zijn laatste bezoek aan de kerk was kort voor zijn overlijden op 21 april 2025.
Haile beschrijft de eigenlijke ervaring: de strenge veiligheidscontrole, het binnengaan door de Heilige Deur en de plechtige sfeer die direct voelbaar is. De rij bij het graf van Franciscus was kort; Haile kon foto’s maken van het sobere grafmonument. Hij noteert ook de regels tijdens de Mis en besteedt aandacht aan de kleine museumruimte achterin de kerk, met liturgische gewaden en voorwerpen, en aan de winkel met relikwieën en rozenkransen die tijdens het Heilig Jaar veelgevraagd zijn.
De reportage schakelt daarna naar de Trevifontein, gebouwd op de terminus van de oude Aqua Virgo. De huidige barokke aanleg stamt uit de 18e eeuw, grotendeels het werk van Nicola Salvi en voltooid door Giuseppe Pannini. Centraal staat Oceanus, omgeven door zeepaarden en tritonen; het geheel is van travertijn uit Tivoli. Traditionele handelingen bij het bezoek — één munt voor terugkeer, twee voor liefde, drie voor huwelijk — blijven populair. Jaarlijks belandt naar schatting €1,4–1,5 miljoen in de fontein; de opbrengst wordt ingezameld en aan Caritas geschonken.
Hoewel de fontein tijdens Haile’s bezoek drooggelegd was voor renovatie, bleef de plek magnetisch en drukbezocht. Hij omschrijft hoe de sculpturen, het spel van vormen en de Romeinse sfeer ook zonder stromend water indruk maken. Het dagdeel besloot het gezelschap met een eenvoudige, smakelijke lasagne in een nabijgelegen restaurant.
Als slotreflectie stelt Haile dat twee uiteenlopende ontmoetingen — het sobere graf van een paus en de theatrale stilte rond een monumentale fontein — hem dieper raakten dan verwacht: soberheid en grandeur bleken beide in staat emotie en betekenis teweeg te brengen tijdens deze pelgrimstocht door Rome.